vrijdag 30 december 2011
31 december 2011 gelukkig Nieuwjaar samen
Het jaar is bijna om; het is na middernacht en daarmee oudejaarsdag 2011. In magazines en op TV wordt teruggeblikt. Je ontkomt er niet aan: wat heeft 2011 mij gebracht? Voor mij veel heftige momenten en Alzheimer vol in mijn leven. Na deze diagnose kan ik wel zeggen: het was er eigenlijk altijd; het hele jaar door, elke dag, elk uur. Het is via See in mij gekropen en zit in al mijn vezels. Daarmee ging dit jaar bij uitstek over See en mij, over manifest en aankomend verlies en het liefdevolle besef hoezeer ze in mij zit. Deze dagen heb ik verschillende artikelen gelezen: over afscheid nemen van een ‘symbiotische wederhelft’ en hoe je daarmee jezelf een stuk verliest; herkenbaar. Over de dood van een kind en het indringende verlangen om doorlopend in contact te blijven met het verdriet, als een ultieme poging tot vasthouden; herkenbaar. Over een dichter die een bundel schreef over zijn dementerende moeder, en hoezeer het Alzheimer proces was ‘als een gedicht dat zichzelf schreef’ door associëren, goed luisteren en bijsturen; herkenbaar. Lieve See, 2011 was heftig en intens. Dat zal 2012 niet minder zijn. Maar we gaan er voor. Ik, jij en alle mensen die ons dierbaar zijn. De terugblik voorbij: gelukkig Nieuwjaar samen! Gelukkig Nieuwjaar voor iedereen die dit leest!
28 december 2011 Intiem
Hoe intiem kun je zijn met een ander? Afgelopen kerstdagen waren mijn moeder en See bij ons. Inmiddels kan See niet of slechts moeizaam trappen lopen, dus sliep ik met haar beneden in de huiskamer. Zij op een bedje bij het raam voor – een oude jaren 50 sofa. Daar was deze dagen haar eigen nestje, ook voor slaapjes tussendoor. Ik sliep naast haar op de grond, op twee gestapelde campingmatjes. Omdat de omgeving voor haar vreemd is en omdat ze deze dagen ook minder actief is was haar nachtritme ook iets van slag. Om de twee uur werd ze wakker en moest ze er even uit ‘voor een plas' (aangekondigd door een slaapdronken fluisterend ‘ik moet plassen’). Door de licht verlichte huiskamer schuifelden we dan weer samen naar het toilet, achter, in de badkamer. Ik voor, met mijn gezicht naar haar gericht en achterwaarts lopend. Zij vooruit, in halfslaap, haar kleine knuisten in mijn handen, de voeten vooruit schuivend. Op het toilet gaf ze dan aan dat ik bij haar moest blijven. Op mijn hurken voor haar, de handen ineen, deed ze dan haar (minieme) plas en een poging tot poepen, met een lichte frons bij het persen en haar ogen op mij gericht. Als een peuter in een volwassen lijf. En zo vol vertrouwen. Zo veilig. Als antwoord op de gestelde vraag: zo intiem kun je zijn. Met alle liefde van de wereld.
woensdag 28 december 2011
27 december 2011 Diavertoning
Uit de oude doos, een diavertoning! Zoals hiervoor vermeld hebben we de eerste kerstdag naar dia’s van vroeger gekeken. Een mooie activiteit op een kerstdag, nietwaar. Zitten, kijken en mijmeren. En ook voor See heel geschikt om zo het verleden tot leven te brengen. Zo hebben we dus onze jeugd verbeeld met inkijkjes in vervlogen tijden, de jaren 60, 70 en 80 (zogezegd de vorige eeuw). Het was leuk om te zien hoe See hierop reageert. Sowieso kost het haar dan moeite om te focussen en te concentreren. Maar vervolgens, als ze ‘in de stroom zit’, geniet ze zeer. Vooral dus van dia’s van haarzelf, en bij voorkeur de dia's waarop ze met haar vader (‘mijn papa’) staat. Ze straalde van oor tot oor en kon haar emoties niet bedwingen. Hoefde ook niet. Lachen of beter giechelen en kirren lieten zien hoe diep het dochter- vader gevoel zit. Maar het is ook vervreemdend om zo als familie je eigen veleden voorbij te zien trekken. Op de dia’s zie je een compleet en jong gezin, waarvan er twee personen al lang niet meer zijn. Confronterende dia's ook: de bloemen op het verse graf van mijn overleden broer, verongelukt in 1973. Beelden vlak voor het overlijden van mijn vader in 1982. En heel vaak dat schattige zusje, als een spil in het gezin en Hilair (klein, kleiner, groter) steeds letterlijk in haar directe nabijheid. En van de dia’s naar het nu; met See als een ‘oude bes’ maar vol in ons midden. Hoe het leven kan gaan. De dia’s als een vertoning van ons leven, in diepte en hoogtepunten. Het vertonen waard.
26 december 2011 Shine on
Eerste kerstdag 2011. Het was een aangenaam en gezellig en See heeft het goed gedaan. De dag kende drie ultieme hoogtepunten. Allereerst de trippelstoelpolonaise op het lijflied van Jan Smit, tevens de favoriete song van See en mij, ‘Leef!’. Ten tweede de dia’s van vroeger: See klaarde helemaal op toen ze onze vader in het vizier kreeg. Wat lijkt dat lang geleden (wat ook zo is: hij overleed in 1982), en wat een intense reactie bij See. Lachen op de rand van huilen. Ontroerend om te zien hoe heftig de emoties bij haar zijn en hoezeer tranen dan aan de oppervlakte liggen. En dan het derde hoogtepunt van deze eerste kerstdag, toen See mocht bellen naar het Thomashuis, haar veilige haven, om even Kees en Helma te horen. Ze was zo blij: haar vertrouwde mensen, haar bakens, haar veiligheid. En zonder gêne zo ultiem zichtbaar. Drie highlights op een kerstdag, ik teken ervoor. Als drie stralende kerststerren, met See in het middelpunt. En Frans Bauer zong het al: als sterren aan de hemel staan! Shine on.
dinsdag 27 december 2011
24 december 2011 Merry X-mas
Het is half één ’s nachts, het begin van de eerste kerstdag 2011. Nederland zit nu rijendik in de kerkbanken en hoort het aloude kerstverhaal. Ik zit op onze eigen bank in de huiskamer, waar ik de komende dagen ook slaap. Op een matje naast See, die niet meer in staat is trappen te lopen (en dit al zeker niet voor de nachtelijke toiletrondes).
Ik houd van dit moment van de dag. Het is stil en er is geen reden meer tot actie. Dat wat je nog doet is hooguit ‘meegenomen’; de ultieme mijmertijd. See ronkt. Deze kerstavond was aangenaam, al heeft ze veel geslapen en even gehuild vanwege pijn in haar buik. Wat een hoopje mens is ze inmiddels. Wat een afhankelijkheid. Ze schuifelt mee, maar is ook regelmatig afwezig en ver weg. Zoals ze daar nu ligt is ze zo vredig: de associatie met het kindje Jezus ligt op dit moment meer dan voor de hand. Kitsch en cliché…. maar ook heel waar. Weliswaar geen kribbe en stro, maar een matrasje en een donsslaapzak, en geen greintje kwaad, afgunst of jaloezie in haar. Meer zijn zoals zij zou onze wereld een stuk mooier maken. Het voelt goed, zij daar, zo dichtbij. De nacht sluit zich om ons heen. Nog een keer: merry X-mas allemaal.
Ik houd van dit moment van de dag. Het is stil en er is geen reden meer tot actie. Dat wat je nog doet is hooguit ‘meegenomen’; de ultieme mijmertijd. See ronkt. Deze kerstavond was aangenaam, al heeft ze veel geslapen en even gehuild vanwege pijn in haar buik. Wat een hoopje mens is ze inmiddels. Wat een afhankelijkheid. Ze schuifelt mee, maar is ook regelmatig afwezig en ver weg. Zoals ze daar nu ligt is ze zo vredig: de associatie met het kindje Jezus ligt op dit moment meer dan voor de hand. Kitsch en cliché…. maar ook heel waar. Weliswaar geen kribbe en stro, maar een matrasje en een donsslaapzak, en geen greintje kwaad, afgunst of jaloezie in haar. Meer zijn zoals zij zou onze wereld een stuk mooier maken. Het voelt goed, zij daar, zo dichtbij. De nacht sluit zich om ons heen. Nog een keer: merry X-mas allemaal.
22 december 2011 Goed nieuws!
Het is donderdag voor Kerst. Mijn eerste vrije dag. Vandaag staan de kerstboodschappen op het programma. Ik laat tot me doordringen dat ik meer dan twee weken niet ga werken. Heerlijk. Het was een hectisch jaar, met een hectisch ‘slot’ vanwege het overlijden en de crematie van Marcel zijn moeder. Ik heb de afgelopen dagen nog even flink ‘werk-meters’ gemaakt en voel nu hoe moe ik ben. Tijd voor een break. Mijn besluit om volgend jaar minder te gaan werken (ik ga naar 27 uur) voelt tegen de achtergrond van deze constatering extra goed. Verder kan ik vandaag het zorgkantoor bellen om te horen of we volgend jaar (lees: over ruim een week) ècht gaan beschikken over een ruimer PGB, passend bij See haar verhoogde indicatie (zie de blog van 30 november)… en: ja hoor! Voor volgend jaar is een substantieel hoger bedrag berekend. Ik ben zo opgelucht en blij. Ik deel dit met de dame van het zorgkantoor, die mij dit mooie nieuws telefonisch mag meedelen. En daar wordt zij dan weer bij van! Meer goed nieuws: de kerst voor de deur en een blije See die zich ook verheugt op drie nachtjes logeren in Utrecht (al kon ze niet actief reproduceren dat wij in Utrecht wonen, maar what’s in a name). Hoe dan ook: Vrolijk X-mas!
maandag 26 december 2011
18 december 2011 Fata Morgana
Op de verjaardag van onze (in 1982) overleden vader (See wist recent zelfs te benoemen dat papa bijna jarig is!) gaat het Thomashuis naar de Winterefteling. See gaat mee, samen met Swaantje als chaperonne. Het is mooi weer en ’s avonds krijg ik een mail van Helma. Het is een mooie dag geweest. Daarbij ook de terechte vraag waarmee je See nu echt een plezier doet? De ‘Fata Morgana’ is een attractie die See mee bezocht. Het heeft wat voeten in aarde om haar daarin te krijgen. Veel begeleiding is dan nodig, van Efteling-personeel en van vertrouwde mensen om See heen. De donkerte van deze attractie is wat het heftig maakt. See ziet te weinig en ‘het niet meer snappen’ helpt daarbij ook niet. Haar hulpeloosheid en afhankelijkheid is onmiskenbaar. Fata morgana... feitelijk dus een luchtspiegeling… maar als ik Google ook een ‘lichtpunt in de duisternis ‘of ‘lichtpuntje’. Ik wil het zo graag zien, maar vaak ook zinkt de moed mij in de schoenen. Helma noemt in haar mail ook oude overdrachten, die ze tegen kwam en waarin staat ‘See is bang dat ze te laat is voor de taxi en kan wel eens rond 6.00 uur gaan douchen’ of ‘controleer of ze haar gezicht goed heeft ingesmeerd’. Het leest als een luchtspiegeling of lichtpunt uit het verleden. Een ver verleden wel te verstaan, al is dit niet eens zó lang geleden.
Toen het Thomashuis met de bus vanaf de Winterefteling weer naar huis reed zei Kees ‘Nou, ik heb genoten’…. en See reageerde onmiddellijk met ‘Ik ook Kees, ja hè’. Geen fata Morgana maar pure realiteit. Ontroerend mooi.
Toen het Thomashuis met de bus vanaf de Winterefteling weer naar huis reed zei Kees ‘Nou, ik heb genoten’…. en See reageerde onmiddellijk met ‘Ik ook Kees, ja hè’. Geen fata Morgana maar pure realiteit. Ontroerend mooi.
17 december 2011 Wij-gaan-naar-de-Efteling
Vijf woorden, welgeteld. Wij-gaan-naar-de Efteling. Een onbeduidend zinnetje, waar een wereld achter schuil gaat. Het is een aankondiging. Van iets leuks; van iets dat binnenkort plaats zal vinden; van een uitstapje; van iets gezamenlijks. Met de nadruk op het eerste woord: ‘wíj’ Daar waar ik bij hoor wel te verstaan, in dit geval het Thomashuis. See zit naast me in de auto. We zijn net bij Karin geweest, de Mensendieck therapeut, die haar rug heeft gemasseerd. See heeft, eenmaal op de behandeltafel (wat inmiddels een inspannende ‘tour’ is) de behandeling slapend ondergaan. En nu zitten we dus in de auto, op weg naar onze moeder. Ik zie aan haar dat ze iets wil zeggen. Ze ademt in, laat lucht stromen om dat wat ze wil vertellen ‘er uit te gooien’. Ze kijkt me bijna vragend aan en spreekt het eerste woordje uit: ‘wij…’ maar stokt dan. Alsof er een luikje in haar hoofd dicht gaat kijkt ze me verwachtingsvol aan. Ik moedig haar liefdevol aan ‘wat wil je me vertellen; zeg het maar lieverd’. Poging twee: ‘wij-gaan…’. Ik zie haar worsteling en orden haar gedachten (ten minste: ik doe een poging daartoe). Wat wil ze me zeggen? Ik pieker en ineens denk ik het te weten. ‘Jullie gaan naar de Efteling’. Ja, ze straalt! dat is het: het aankomende bezoek aan de Winterefteling, morgen wel te verstaan. We zijn er uit. Zij is mijn alles. Ik ben haar taal.
vrijdag 23 december 2011
16 december 2011 Papa: van harte!
Ze ontwaakt na een hazenslaapje op de bank bij mijn moeder, als ik me net voorbereid om boodschappen te gaan doen bij Albert Heijn. ‘Ik ga mee’, hoor ik haar slaapdronken stamelen. Ik ben zowaar even uit het lood en zie allerlei beren op de weg: geen rolstoel bij me, lopen door de winkelpaden en wachten in de kassarij; kan dat nog wel? Ik schrik van mijn eigen aannames en stel snel bij. ‘Tuurlijk lieverd mag jij mee’. Prima zelfs. Blijven bewegen, zoals Peter Vos ons onlangs nog op het hart drukte. En even later schuifelen we door AH. Ze strijkt neer op een bankje in de supermarkt, waar verschillende mensen naar haar toe komen. ‘Ik ken jou wel’... mensen die op Vincentius hebben gewerkt waar ze 35 woonde. Stoïcijns hoort ze het aan. Als een mevrouw vraagt of ze dit weekend bij papa en mama is kijkt ze op: ‘ik heb niet papa meer’, antwoordt ze alert. Ik moet grinniken. Na bijna 30 jaar is dit een staand feit. Wel met een lading: See en haar (onze) vader waren dol op elkaar en zijn overlijden heeft haar zeer aangegrepen. Dat is lang gelden, maar onlangs zei ze spontaan dat ‘papa jarig is’... wat over twee dagen zo is. Ik heb niet papa meer. Papa forever; papa van harte!
12 december 2011 In between jobs
Een mijlpaal: vandaag hebben we See ‘uitgeluid’. Nog één keer koffie drinken op haar werkplek sinds 9 jaar. Mijn moeder, Helma en ik mochten mee. Om haar daarna naar de nieuwe werkplek te brengen. Vandaag is ‘Kijk maar’ de plek waar See op maandag, dinsdag en donderdag haar dagbesteding heeft. En dat voelt goed. Er is vooral rust en warmte. Zogezegd was ze dus de afgelopen dagen ‘in between jobs’. De weg hierheen was een geleidelijke: langzaam aan constateerden we dat een arbeidsmatige dagbesteding niet meer reëel is. En ergens, kort geleden, gaf See zelf aan dat ze ‘over’ wilde. Prima zo. Bij ‘Kijk maar’ mochten mijn moeder en ik deze dag gelijk mee lunchen. Er werden eitjes gebakken en wie hulp nodig had werd lekker geholpen met eten. Terug in de auto constateerden mijn moeder en ik dat dit weer zo’n mijlpaal is. Weer een stap, helemaal goed, maar feitelijk wel in een ‘arbitraire richting’. En dan duid ik niet op de groep, maar om de reden tot dit besluit. Negatief geformuleerd: in de verkeerde richting. Maar ach, zoals mijn moeder het zei: zo gaan we allemaal in de verkeerde richting. Touché. In between jobs. Nu niet meer.
9 december 2011 Geworteld
Vandaag was het kerstmarkt op ASVZ-Vincentius. Hier loopt See dus al sinds 1973 rond en na een woongeschiedenis van 35 (!) jaar heeft ze er nu nog haar dagbesteding. Inmiddels ‘rollen’ we daar, en er is veel aandacht voor haar van allerlei bekenden. Uit alle hoeken en door vele mensen uitgesproken is daar het ‘Ha Marie-José!’. Oud begeleidsters (sommigen van héél lang geleden), oud groepsgenoten, ouders van... ze wordt herkend en gekoesterd. Ze is hier geworteld en dat is mooi om te zien. Maar het straalt ook op mij af: ik word herkend als ‘broer van’. Sommigen merken de achteruitgang van See op en benoemen dit ook. We beamen het en geven er de gevreesde naam aan: Alzheimer. Ik denk terug aan eerdere edities van deze traditionele kerstmarkt, waar we sinds See in het Thomashuis woont, elk jaar heen gaan. En als je zo terugdenkt dan is de achteruitgang zeer manifest. We drinken warme chocolademelk, eten erwtensoep (ze wil/moet geholpen hierbij) en luisteren naar een kerstkoor met oud-groepsgenoten van See. Ze geniet. We ontmoeten hier zelfs de nieuwe medewerkster van het Thomashuis, die onder meer is aangenomen omdat de ondersteuningsvraag van See steeds intensiever wordt. Zij spreekt uit dat See zo’n schatje is. Zo’n wortel mag er zijn!
maandag 19 december 2011
7 december 2011 Dikke veren
Zojuist bij de Downpoli geweest, waar we met Peter Vos de balans van de afgelopen drie maanden hebben opgemaakt. Drie maanden zijn voorbij gevlogen en dan is er terug kijkend weer een hoop gebeurd. Het algehele gevoel is dat de snelle achteruitgang iets afvlakt. Iets rustiger vaarwater. Met de nodige punten van aandacht: haar motorische achteruitgang zet door, de (actieve) taal verdwijnt langzaam, en er zijn tekenen (voorlopers) van epilepsie. Toch weer fijn om dit met de specialist te bespreken. Samen kijken we en daar leggen we zijn deskundige en klinische oordeel tegen aan. Maar goed. See zit er rustig bij met een knuffelhond op schoot (vers van de sint!). Peter Vos spreekt uit hoe bijzonder het is hoe we met elkaar (Thomashuis, Kees en Helma, ik, familie en hij) dit proces ‘doen’. Wat hem betreft een ultiem voorbeeld dat tot de verbeelding spreekt; publicatie waardig (hij oppert het blad Up+Down, waar volgende nummer mijn verhaal al in verschijnt). Hulde aan Kees en Helma. Dikke veren. Achteruitgang die iets afvlakt. Goed nieuws is altijd relatief. Toch!
maandag 12 december 2011
7 december 2011 K’dan!
Ik zit weer eens bij See op de bank. Het is na middernacht en morgenochtend hebben we weer een ‘onderhoudsbezoekje’ aan Peter Vos, de specialist van de Downpoli. We raken er bedreven in en wellicht ook wel gewend. Vraag is of dat goed is. Ik weet het niet. Afgelopen weekend hebben we Sinterklaas gevierd met de familie. De avond tevoren was See erg ‘daas’. We kregen haar bijna niet naar bed. Ze was onbereikbaar en gedesoriënteerd en mompelde steeds ‘ik weet dat niet’… zo zielig en ook wel beangstigend. Maar daags daarna was ze weer helder en blij. Vanavond viel ik in het Sinterklaasfeest van het Thomashuis. Als een ‘grande dame’ zat ze daar te genieten in haar relaxfauteuil. Blij met de cadeaus en blij met mijn komst. Ook mijn ludieke cadeautje en gedicht over haar spontane roep als ze iets leuk vind, ‘K’dan’ (ofwel 'kijk dan'), viel in de smaak. Ik had deze See-uitroep op een tegel laten zetten. Maar goed. Morgen is het ook een jaar geleden dat we op de Downpoli ons angstige vermoeden bevestigd kregen. En sinds die tijd is er heel veel gebeurd. De blogs verhalen hiervan. Een hectische jaar dus, met morgen de crematie van Marcel zijn moeder. Levens lopen af. Cirkels sluiten zich. Wij bewegen mee. K’dan!
zondag 11 december 2011
30 november 2011 IJdelheid
Om 14.00 uur vertrek ik naar huis van mijn werk. Ik ga thuis werken en daar wat zaken afmaken, nu vanmiddag op kantoor het sinterklaasfeest is. Collega’s komen al binnen met hun kind en ‘showen’ elkaar hun kroost en toekomst. Ik zit in een ‘flow’. Lekker gewerkt de afgelopen weken en veel zaken rondom See geregeld. Herdindicatie aangevraagd, dagbestedingswissel geregeld, nieuwe hulpmiddelen in aanvraag... ik zou er bijna optimistisch van worden. Thuis tref ik de beschikking van het zorgkantoor op de deurmat aan. In mijn flow open ik de envelop, in de veronderstelling dat (na de afgegeven herindicatie) hier het nieuwe (verbeterde) financiële plaatje volgt. Helaas moet ik hier constateren dat mijn hoop ijdel was. Ondanks de véél hogere indicatie (vier ZZP-categorieën in de plus) blijft het besteedbare bedrag onder aan de streep vrijwel gelijk. Bellen met het zorgkantoor levert een laffe verklaring: een administratief verhaal over vervallen van budgetgarantie na herindicatie... ik kan wel janken. Was ik zo naïef? Is alle hoop ijdel? Moet ik iedere zweem van optimisme vanaf nu laten varen? Heen en weer bellen en mailen met MEE (die adviseerden en ondersteunenden in de herindicatie) geeft toch weer nieuwe hoop: per 2012 moet het in orde zijn. Dit alles heeft wel tot gevolg dat ik het gevoel heb weer met beide benen op de grond te staan. En aangezien ik niet langs start kom ontvang ik geen € 200,- ... IJdelheid. Toch maar de hoop en het optimisme hoog houden. Tegen beter weten in en/of bij de dag.
28 november 2011 Gesloten vragen
Ik krijg via de mail door dat Visio vandaag op het Thomashuis is geweest. Ze hebben, na de beeldopnames van See en de scholing, nu een adviestraject op maat ingezet over de optimale ondersteuning van See haar visuele beperking. Helemaal goed. Ik bel even om te horen hoe dat is geweest. Als See in de gaten heeft dat ik het ben hoor ik haar kirren. Even later schuifelt ze naar haar kamer, aan Helma’s arm, en op haar bank beginnen we ons telefoongesprek. Niet dat dit nieuw is, maar hoe opvallend is het dat ze inmiddels eigenlijk alleen nog maar gesloten vragen kan beantwoorden. Was het een fijne dag? ‘Ja.’ Komt mama morgen op bezoek? ‘Ja.’ Zit je nu op je kamer? ‘Ja.’ Ze is blij en ik ook wel. Maar ergens doet het ook zeer om te merken hoe de taal uit haar systeem slijt. Bij een open vraag (toch even proberen, tegen beter weten in) valt ze gelijk stil. Wat heb je op het werk gedaan? Er valt een korte stilte. Dan vraagt ze ‘Ikke?’, en na mijn ‘ja, jij’ voel ik haar verwarring. Er lijkt iets te komen... maar nee... toch niet. Ik schakel weer terug naar de gesloten vragen. Gesloten is de taal. Open is de band.
vrijdag 9 december 2011
27 november 2011 Douchestoel
Om 19.00 uur gaat de telefoon. “Haai”, hoor ik aan de andere kant van de lijn. Het is See. Blij. Een opgewekt stemgeluid. Met Helma als souffleur naast haar en vanuit gesloten vragen komen we tot een gesprek (voor zover ze zinnen produceert). De nieuwe douchestoel is gebracht. Eentje waarin ze tijdens het douchen heerlijk kan zitten en die elektrisch omhoog en omlaag kan. Relaxed. Zonder de stress dat ze valt. En met iets van eigen regie: ze kan nu weer zelf, al zittend, de douchekop vasthouden en poedelen. Pure winst. Ik hoor haar opgewekte stem en blijdschap. Ook als ik aan haar vertel dat het volgende week sinterklaas is en dat ze dan met Marcel en mij een nachtje bij mama mag slapen. En als ik haar vertel dat ik de dagbesteding heb gesproken en dat ze na sinterklaas bij een andere groep mag gaan werken. Een zogenaamde ‘belevingsgroep’, waarvan ze de begeleidster kent. Ze is er blij mee. Zoveel goed nieuws. Allemaal nieuws over ‘oplossingen’ in een veranderende situatie. Ik spreek Helma nog even aan de telefoon en neem dan afscheid. Dag lieverd, zeg ik. Dag lieverd, beantwoordt ze opgewekt. Tot vrijdag weer.
25 november 2011 Afscheid
Het is wellicht een bizarre of morbide gewoonte, maar regelmatig denk ik na over de begrafenis van mijn naasten. En in de huidige situatie is ook het afscheid van See iets dat vaak in mijn gedachten is. Ik denk na over mooie woorden, over haar muziek en de mensen die daarbij aanwezig zullen zijn. Ik bedenk passende rituelen, wetende dat het laatste wat je voor iemand doet (lees: iemand begraven) heel wezenlijk is. In deze context heb ik de overtuiging en het intense gevoel dat een RK begrafenis geen recht doet aan wie See is. De taal klopt niet, de liturgie is niet ‘op haar maat’ (en te veel over schuld en boete) en bovenal: dat instituut klopt gewoonweg niet voor mij. Voor mij als homo... geen minor detail. Het gesprek hierover met mijn moeder is emotioneel geladen. We zijn open naar elkaar en respectvol, maar hier zijn verschillende belevingen en perspectieven. En ik snap ook dat mijn moeder (die zeer vrijdenkend is) wel haar traditie overeind wil houden als een deel van haar identiteit. Het raakt me. Zo ook mijn open-minded moeder. Ik wil mezelf stoppen: het is niet iets om me nu al intensief mee bezig te houden; dit afscheid ligt nog ver vooruit. Anderzijds: het zit in mijn systeem en ik wil liever nu het gesprek hierover. Toch wel vreemd hier over na te denken, te spreken en te schrijven. Geen weg terug. Moeilijk.
donderdag 1 december 2011
25 november Bestek
In de zomer leenden we aangepast bestek bij Cello. Deze zorgaanbieder is in beeld via de specialist van de Downpoli. We hebben via hem contact met het slikteam, de logopedist en de ergotherapeut van deze organisatie. Via de laatste kwamen de leenspullen die ik onlangs terugbracht. Bij de regionale thuiszorgwinkel wilden we nu een aangepast bord en dito bestek zelf aanschaffen. Maar het bestek dat zij verkopen was veel minder mooi dan het leenbestek van Cello. Dus mailde ik met de ergo van Cello, om te vragen of we wellicht via hen het bestek konden aanschaffen. En vandaag liet zij weten dat zij twee setjes aangepast bestek voor ons zullen aanschaffen… zonder dat wij daarvoor zullen hoeven betalen. Het lijkt overdreven, maar ik was helemaal ontroerd. Tranen in mijn ogen voor deze geste. Afgelopen week was de week van de geslaagde projecten. Herindicatie geregeld, dagbestedingswissel geregeld, en nu dus een set bestek cadeau. Het klinkt als een actie uit een glossy: bij herindicatie een set bestek cadeau! Misschien te veel in één week. Hoe dan ook, Cello: bedankt!
Abonneren op:
Posts (Atom)