Het is half één ’s nachts, het begin van de eerste kerstdag 2011. Nederland zit nu rijendik in de kerkbanken en hoort het aloude kerstverhaal. Ik zit op onze eigen bank in de huiskamer, waar ik de komende dagen ook slaap. Op een matje naast See, die niet meer in staat is trappen te lopen (en dit al zeker niet voor de nachtelijke toiletrondes).
Ik houd van dit moment van de dag. Het is stil en er is geen reden meer tot actie. Dat wat je nog doet is hooguit ‘meegenomen’; de ultieme mijmertijd. See ronkt. Deze kerstavond was aangenaam, al heeft ze veel geslapen en even gehuild vanwege pijn in haar buik. Wat een hoopje mens is ze inmiddels. Wat een afhankelijkheid. Ze schuifelt mee, maar is ook regelmatig afwezig en ver weg. Zoals ze daar nu ligt is ze zo vredig: de associatie met het kindje Jezus ligt op dit moment meer dan voor de hand. Kitsch en cliché…. maar ook heel waar. Weliswaar geen kribbe en stro, maar een matrasje en een donsslaapzak, en geen greintje kwaad, afgunst of jaloezie in haar. Meer zijn zoals zij zou onze wereld een stuk mooier maken. Het voelt goed, zij daar, zo dichtbij. De nacht sluit zich om ons heen. Nog een keer: merry X-mas allemaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten