Alles is ijdelheid. Deze zin spookt door mijn hoofd als ik deze dagen in New York ben. Wat een heerlijke stad en wat fantastisch wat je in zo’n week allemaal aan indrukken opdoet. Te veel om te bevatten. En zo liggen we na twee dagen uitgeteld in onze hotelkamer. Zoals dat gaat bekijken we de foto’s van die dag en zie ik een stad vol energie en gedrevenheid. Zowel in de fysieke omgeving (wolkenkrabbers, auto’s, winkels) als in de sfeer (vooruitgang, haast, gedrevenheid) is voelbaar dat men vooruit wil. Naar voren. Naar een volgende mijlpaal en een eerst volgend hoogtepunt. Zo leeft de stad. En dan spookt door mijn hoofd toch steeds de aftakeling die via de Alzheimer bij See sluipend maar zeer manifest mijn leven beheerst. Het lijkt onmogelijk om de twee werelden te koppelen. Hier botsen de dynamiek van het snelle stadsleven van New York en de achteruitgang van See. Op het oog onverenigbaar. En daar komt de ijdelheid in beeld. De snelheid van de hectische stad… voor wie het aankan. Maar als het leven een andere wending neemt blijkt het ijdelheid. Geen vanzelfsprekendheid die voor iedereen bereikbaar is. Geen keuze. Voor wie het aankan is het absoluut heerlijk. Maar slechts onder deze voorwaarde. IJdelheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten