vrijdag 31 augustus 2012
I.M.11 zondag 1 juli 2012 Stesolid
Na een nacht waarin we om en om bij haar hebben gewaakt breekt gewoon weer een dag aan. Haar koorts is bijna weg. Daar ligt ze dan, mijn kanjer. We zijn er allemaal beduusd van. Marcel en ik moeten herijken: hoe gaan wij dit doen? Hoe lang kan (mag) dit duren? De dag vangt aan. Een keur aan mensen trek langs: nichtjes met partners, tantes, verwanten van het Thomashuis. Maar na zo’n nacht zijn we verward. Na de ‘generale’ van gisteravond en de vervreemdende constatering dat ze echt niet meer slikt is er weer en nieuwe realiteit. We ‘bestellen’ daarom opnieuw de dienstdoende arts om de situatie te bespreken en een plan te trekken. Met name ook het medicamenteuze deel: als ze niet slikt en de epilepsie rolt door, wat moeten we dan doen? Maar de arts die komt slaat alles: wat een hork; het predikaat ‘arts’ volstrekt onwaardig. Hij komt al binnen alsof hij op weg naar een feestje is (bleek iemand in het Thomashuis te kennen en voerde een ongepast uitgelaten gesprek). Verder een nare bejegening. Met de kamer vol en rondom See haar bed schiet ik emotioneel uit mijn slof. Ik ren weg, naar buiten, kom terug en roep deze man toe dat hij ‘hoognodig iets aan zijn beroepshouding moet doen’. Dat is er uit! Namens See en in haar belang.
Maar terug naar de inhoud: we gaan nu over op Stesolid, een heftig anti-epilepticum dat rectaal wordt toegediend. Marcel reist deze middag terug naar Utrecht. Ik ga een uurtje mee naar het huis van mijn moeder waar ik zal worden gemasseerd. Een middel tot ontspanning. En dat is nodig: ben nog nooit zo gespannen geweest.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten