zaterdag 10 maart 2012

1 maart 2012 Nietig

Het is zes uur als ik de kerkklokken hoor als aankondiging van de lauden, het ochtendgebed van de trappisten van dit klooster. Door de donkerte van de kloosteromgang (je waant je in de middeleeuwen) ga ik er heen. De donkere nacht, de stilte, het eerste voorzichtige zingen van de vogels buiten… het valt allemaal op. Het maakt dat ik me nietig voel. Sowieso: de hele situatie (lees: ziekte) van See maken dat ik me nietig voel. Nietig. Raar woord eigenlijk. De ontkenning in het woord drukt veel uit. In deze verstilling krijgt het een extra dimensie. Vol liefde, maar ik vecht tegen windmolens. Ik zie op tegen de neergang en voel de duisternis over me heen vallen. Het straalt door op alle aspecten van mijn leven. Tijdens deze lauden wordt psalm 88 gezongen. Ik heb deze dagen de psalmenvertaling van Huub Oosterhuis bij me. Daarin staat ‘Nacht staat om me heen – hoge blinde muur – woest en leeg van ziel – daal ik in mezelf’. Sterker dan dit kan ik het niet uitdrukken. En het gekke is: deze heftige taal is in zichzelf toch ook troostrijk. Buiten wordt het licht. De eerste dag in maart. Vogels kwetteren. Even verderop – zeg vijf kilometers hemelsbreed – wordt mijn zus wakker en vangt ook in het Thomashuis de dag aan. Leven: kom maar op!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten