zaterdag 11 juni 2011
2 januari 2011 Toosje
In december logeerde ik in het Thomashuis. Het veldbed op haar kamer, tegen de kast geschoven. Voor het naar bed gaan ging ze nog onder de douche, geholpen door Helma. Ik zat lekker op de bank de krant te lezen, wachtend tot ze fris gedoucht nog even gezellig bij me zou komen zitten. Ik hoorde haar aankomen, maar ergens bleef ze steken. Op afstand kon ik haar horen in de gang. Voor de deur lag Toosje, de huishond, met wie ze in een innige ‘aaipartij’ verwikkeld was. Ik stak mijn hoofd om de hoek: het beestje, een speels zwart hondje, lag bevallig op haar rug. Zij stond daar gebogen overheen en aaide Toosje met lieve kooswoordjes. ‘Toosje, Toosje, ja, lief hè’ hoorde ik haar stotteren. Haar stem iets hoger dan normaal. Het duurde even, ze was geconcentreerd. Het was een ontroerend tafereel. Zij, in de pyjama, het beestje ontspannen op de rug, intens genietend. Ze kreeg me in het vizier en lichtte toe:’Toosje vindt me lief’. Tja, wie niet, zou ik willen zeggen. De zachte vacht met zachte hand gestreeld. Een wederzijds genoegen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten