Gisteren zijn we naar de stad geweest. Voor het eerst realiseerde ik me dat èn naar de stad gaan èn boodschappen doen bij Albert Heijn op één dag te veel is.
Het werd dit keer de stad in gaan, voor het eerst met de rolstoel achterin de auto. Een dubbel besef van inleveren. Kiezen èn rollen. See vond het best en was helemaal blij dat ik er was. Als een kleine kat gaf ze kopjes, terwijl ze me vol trots de picto-agenda liet zien. Een (voor haar nog steeds) nieuwe aanwinst om trots op te zijn.
De logopedist, die voor een intake kwam kende haar nog van Vincentius, waar ze ook had gewerkt. Ook door haar de constatering dat See wel heel jong is voor Alzheimer en (gegeven ons verhaal) dat de achteruitgang wel snel is. Tranen dus, bij mij wel te verstaan. De sluizen stonden ook vandaag weer open. Zo ook ’s avonds toen ik tegen mijn moeder zei dat ik er geen goed gevoel bij heb. En later, als ik een vriendin aan de telefoon heb en mijn onvermogen en pijn uit.
Bij het afscheid en wegrijden die middag rond vijf uur zie ik haar bij de voordeur staan. Ze zwaait me uit en kijkt me na. Mijn zus. Mijn moeder geeft me een set fotos’ van lang geleden, uit onze vroege jeugd. See en ik, of ik en See. Heel veel samen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten