zondag 22 juli 2012

26 juni 2012 Hilair

Na een appelmoesje met alle medicijnen in een cocktail zijn we allemaal blij. Er zit weer wat vocht in haar lichaam, plus alle pillen. Tevreden ligt ze in bed. Ze lacht een beetje en ineens zegt ze mijn naam: Hilair. Zo lief. Zo'n cadeautje. Zo'n bevestiging van ons. Ik noem wat namen van mensen die vandaag langs zullen trekken. Mama (forever), Vincent en Marcel. Ook nu is ze weer blij. Ze lacht en doet vervolgens tevreden haar ogen dicht. Zo is het goed. Maar zo gaat het niet blijven. Over twee uur is de Rivotril weer uitgewerkt en zal het kapotte zenuwcentrum van haar hoofd weer bezit nemen van haar lichaam. Ik word er nu al onpasselijk van als ik daaraan denk. En misschien is dat wel wat ik nu niet moet doen. Integendeel: het moment leven en niet vooruit denken. Of in elk geval proberen om dat te doen. Zo dadelijk komt de huisarts. Hij gaat ons meenemen in het donkere woud van medische en ethische dilemma's. Ondertussen ronkt ze naast me. Het is allemaal zo onwerkelijk. Maar ze zei mijn naam: Hilair!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten